Een vaak onderbelicht en misschien ook wel onderschat thema in de vitaliteitswereld is naar mijn idee toch wel de relatie met voeding. Tegelijkertijd zie ik wel vaak dat voeding in relatie wordt gebracht met ziektebeelden, en dat is wel een mooie ontwikkeling. Daar mag gerust nog veel meer over geschreven worden en nog veel meer over worden onderzocht.
Wat ik hier bedoel is de relatie met ons voedingspatroon in zijn geheel. En dat hangt nauw samen met de overtuigingen en relaties die iemand met voeding heeft. En dan heb ik het in dit blog alleen even over de relatie die over het algemeen geestelijk en lichamelijk gezonde mensen met ons voedingspatroon hebben.
HET MOET LEKKER ZIJN
Zo hoor ik opvallend vaak dat mensen de overtuiging hebben dat eten lekker MOET zijn. En waar ik dan nog meer van schrik is dat het is niet gek is dat iemand dit zegt. Want dit is ook zoals het aan ons gepresenteerd wordt in deze maatschappij.
Tegelijkertijd weten de meeste van ons wel dat eten natuurlijk een andere primaire functie heeft: Namelijk ons lichaam op een dusdanige manier voeden dat alle benodigde voedingstoffen bij ons binnenkomen, zodat al onze lichaamsprocessen hun werk kunnen doen zoals het is bedoeld, ooit.
Toch is dat niet wat je ziet in reclames, productaanprijzingen op verpakkingen en in alle receptenboeken. Daar gaat het altijd ook over LEKKER, of SMAAKVOL. En daar is niets mis mee zolang het maar niet in onze breinen vanzelfsprekend wordt dat eten lekker moet zijn. Dat legt namelijk nogal een druk op mensen.
We vinden met heel veel tegelijk dat we meer willen werken aan het gezonder maken van ons westerse eetpatroon. Dat betekent kortweg dat we willen dat zoveel mogelijk mensen zich gaan voeden met eten dat ons voorziet van alle voedingstoffen die wij nodig hebben om ons lichaam goed te laten functioneren. Die halen wij dan bij voorkeur rechtstreeks uit de natuur, zonder te veel bewerkingen. Zeker geen smaakversterkers en zo weinig mogelijk andere chemische toevoegingen. Daar zou dus de nadruk op moeten liggen, en niet op lekker.
Zelf eet ik ook niet elke dag “lekker”. Ik eet niet iets wat ik vies vind, maar ik lust ook eigenlijk bijna alles. Dat scheelt. Maar ik heb dagen dat ik gezond boven lekker laat prevaleren omdat ik gewoon niet veel tijd heb. Dan kies ik voor het wokken van wat verse groenten en het koken van een ei. Soms doe ik daar wat zilvervliesrijst bij, soms een rode bataat of een beetje pasta gemaakt van groente zoals spaghetti van een courgette. Dat is voeding, niet vies maar ook niet echt bijzonder. En dat is ook niet zo belangrijk. Er zijn dagen dat ik meer aandacht besteed aan wat ik kook. Dan doe ik meer mijn best en let beter op de smaak.
GEZELLIGHEID
Lekker eten wordt geassocieerd met gezelligheid. En ik vind het ook één van de leukste vrijetijdsinvullingen. Samen lekker eten. Als je daarin doorslaat en jezelf gaat opleggen dat het iedere dag lekker moet zijn, dan leg je de lat wel erg hoog hoor! Tenzij je natuurlijk gek bent van koken en niets liever doet dan dat…doe waar je hart ligt.
Voor hen die het boodschappen doen en het koken als verplichte sluitpost zien: Stel de prioriteit als het gaat om keuzes maken eerder op hoe gezond de voeding is, als om hoe lekker het is. Dat kan niet alleen tijd schelen, maar ook geld! En dat geldt ook voor hetgeen je drinkt. Hou het wat vaker bij water, kruidenthee en maximaal twee koppen koffie per dag. De rest is voor de fun, en heeft je lijf niet nodig. Kun je beter uitstellen tot de echte fun-momenten, dan geniet je er ook zoveel meer van!
Eten wordt dus vaak geassocieerd met gezelligheid. En er is niks mis met het maken van een volwaardige maaltijd die je dan gezellig samen op eet. Ook hier geldt echter, pas op dat je de boel niet omdraait. Het eten van een koekje bij de koffie bijvoorbeeld. Het wordt als niet gezellig beschouwd om op de koffie bij iemand te gaan als er geen taartje of koekjes bij worden geserveerd.
Heb je wel eens gezien hoeveel supermarkt schappen gevuld zijn met koek en taart, of bakspullen daarvoor? Die “gezelligheid” is nog steeds een lucratief verdienmodel. En mijn ervaring is dat de koffie en het gezelschap nog nooit leuker en lekkerder zijn geworden door de taart of de koekjes die ik erbij at. Hooguit een reden om even niets te kunnen zeggen, want met volle mond praten dat mag natuurlijk niet. Maarja, als dat de reden is voor de consumptie van de taart….waarom ga ik dan eigenlijk nog?
Overigens kom ik dan wel op een ander punt dat de reden kan zijn voor te veel eten in gezelschap. Het lijkt erop dat stil samen zijn ook geassocieerd wordt met ongezelligheid. De enige reden waarom er niks gezegd mag worden is dan dat je iets in je mond stopt. En ook bij deze in mijn ogen beperkende overtuiging vaart onze voedingsindustrie wel heel erg goed.
Dus één van de onderwerpen die niet vergeten mag worden in een verandertraject op het gebied van voedingspatronen is ook het onderwerp gezelligheid. Wat heeft dat eigenlijk met voeding te maken in jouw beleving? Hier eens diep induiken levert zeker inzichten op en maakt je in ieder geval bewust van jouw overweging om dat stukje taart of die paar koekjes wel of niet te nemen…
TROOST
Als baby en peuter al wordt ons geleerd dat wij getroost kunnen worden met een maaltijd. In het gunstigste geval met moedermelk. En dat is natuurlijk. De baby huilt vaak omdat hij honger heeft, en pas als hij na de voeding nog gaat huilen kijken wij of er iets anders aan de hand is dat de kleine ons wil laten weten. En dat principe houden wij aan tot de peutertijd. Dan gaan wij de kleine leren om in een ritme te komen dat de rest van het gezin aanhoudt om te eten.
Maar toch huilt de peuter nog als teken van ongenoegen. Hij of zij kan nog steeds niet op een andere manier zijn ongenoegen communiceren. De moderne ouder heeft echter een chronisch gebrek aan tijd, en ook in het gezin van herkomst was dat al zo, dus de ouder zelf heeft niet anders meegemaakt. Chronisch gebrek aan tijd vraagt om een Quick Fix van dagelijkse problemen. Een jengelende of huilende baby is voor veel ouders een dagelijks probleem en als Quick fix wordt nog steeds “voeding” ingezet. Maar dan bij voorkeur zoete voeding, zoals de moedermelk ook zoet was.
En daarvoor hebben wij in onze supermarkt legio oplossingen verpakt in voor peuters en kleuters oh zo verleidende verpakkingen, die ook nog eens op een hoogte liggen waar de nieuwsgierige oogjes van onze peuters precies op vallen als zij meegaan met de wekelijkse boodschappen. En die wekelijkse boodschappen zijn al een hele toestand voor de drukke ouders, dus hopen zij het lastige gejengel van hun kroost snel te kunnen beteugelen met de leuke opdracht ze zelf iets te laten kiezen dat zij lekker vinden!
Maar ook wij volwassenen staan regelmatig bloot aan teleurstellingen en verdrietige momenten.. En onze maatschappij eert die gevoelens niet en heeft niet door dat zij ons veel kunnen leren en brengen. We vinden die gevoelens (daar gaan we weer) ongezellig en onhandig en proberen deze momenten zachter te maken met een Quick Fix….Dus laven wij ons aan zoetigheid, hartige snacks of alcohol. En de voedingsindustrie speelt daar op in door te zorgen dat er zoveel mogelijk smaakcombinaties of smaakversterkers inzitten die ons beloningsstelsel zo “aan” zetten, dat wij ons heel even goed voelen en daardoor gauw nog een hapje nemen. Eigenlijk moet de zak dan leeg. Vinden wij zelf. Dan is het maar op….toch….?? En zo worden verdriet en teleurstelling ook een verdienmodel voor de voedingsindustrie.
Nou kan ik natuurlijk op die voedingsindustrie erg boos worden, maar tegelijkertijd weet ik ook dat wij helaas nog steeds in een markteconomie leven. Dus onze vraag bepaalt het aanbod. Als wij allemaal om gezonde producten hadden gevraagd, had dat aanbod er anders uit gezien.
Onze relatie met voeding is zoveel groter dan je op het eerste oog denkt. Daarom wil ik daar heel veel aandacht aan schenken in mijn trajecten. De daadwerkelijke producten zijn bij verandertrajecten op het gebied van voedingspatronen eigenlijk maar een sluitstuk.