Lees over mijn eigen Bergen en Dalen
Mijn leven heeft lang in het teken van overleven gestaan. Dat begon als baby omdat ik, een paar weken oud, moest vechten voor mijn leven. Een zware longontsteking bij een jonge baby was in 1965 absoluut levensgevaarlijk. Ik lag alleen in een couveuse. Niemand mocht bij mij en ik mocht er niet uit.
Ik was zo ziek dat de dokters en verpleegsters in het ziekenhuis tijdens de crisis 24 uur lang niet eens mijn luier durfde te verschonen, uit angst dat elke beweging het einde van mijn leven zou betekenen.
Mijn ouders mochten niet bij mij komen. Mij niet vasthouden. Geen knuffels, geen verbinding. Ik geloof dat daar mijn overlevingsmodus al is aangegaan.
Later werd ik als kwetsbare middelste dochter van een gebroken gezin niet gezien toen ik, worstelend met de scheiding van mijn ouders, een lui oog, oude kleding en een pony die mij moeder altijd pas ging knippen als ze een wijntje op had, vreselijk werd gepest op school. Mijn vader zag ik slechts zelden en als hij mij ophaalde was hij de hele dag met andere dingen bezig.
Dit is hoe ik mij mijn jeugd herinner. Ik hecht eraan te zeggen dat dit ik mijn ouders en mijn ex-man hiermee geenzins een trap na wil geven. Zij deden wat zij in hun ogen en met hun eigen jeugd als referentiekader dachten te moeten doen om de moeilijkheden in het leven het hoofd te kunnen bieden. Mijn boosheid was er ooit tot ik beseft dat dit voortkwam uit verdriet dat ik zelf niet onder ogen wilde komen.
Ook in mijn pubertijd was de thuissituatie op meerdere gronden niet veilig, en kwam ik zelfs op straat terecht. Dat ik niet in de goot ben beland was te danken aan mijn sportiviteit. Ik speelde handbal en dat was mijn uitlaatklep.
Ik ben op straat beland en kwam in een begeleid wonen traject. Omdat ik ging sporten terwijl de andere bewoners de hele dag stoned op de bank lagen was ik niet erg populair. Na een aangifte vanwege diefstal uit mijn kamer werd ik zo getreiterd dat ik onder politiebegeleiding moest vertrekken.
Door al die toestanden en thuisloosheid lukte het mij niet de Havo af te maken. Ik moest op 17-jarige leeftijd voorzien in mijn levensonderhoud!
In overleg met de schooldirecteur staakte ik halverwege de 2e poging om de 4e klas van de HAVO te doorlopen. Mijn resultaten leden enorm onder de onrust in mijn leven en ik wilde geld verdienen. Destijds waren de meeste banen op kantoor, dus ging ik mijn typediploma behalen. Daarna deed ik een rotklus voor het uitzendbureau, waarna zij hun best deden voor mij en mij binnen loodsten bij een financieringsbank. Ik haalde mijn basisbankdiploma’s en kreeg snel een leuke baan als commercieel medewerker van de afdeling kredieten van een bank. Mijn vechtersmentaliteit bracht mij eindelijk een huurhuisje in onderhuur en geld genoeg voor een leuk autootje en de nodige stapavonden met vrienden.
“Terugdenkend aan mijn onveilige jeugd en de onzekerheid en angst die daarbij hoorde, begrijp ik nu wel waarom ik in stresssituaties altijd de vechtersmodus aan had.”
Alleen.. dat commerciële leven werkte niet zo voor mij. Dus maakte ik de overstap naar de sociale kredietverlening en ging werken bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond een legale huurwoning en maakte een paar mooie reizen met de rugzak door Thailand, Zuid-Afrika en Israël. Ondertussen was ik bijna 30, en van het ene op het andere moment ging ik verlangen naar een kind. En echt heh…..gewoon janken als ik bij de Hema babykleding zag hangen! Mijn hormonen vertelden mij dat het hoog tijd was voor een gezin.
Het was pure voortplantingsdrang en ik gaf er aan toe. De vader die ik uitkoos voor mijn kinderen leek te voldoen aan mijn enige eisen: Een zekere baan, en helemaal voor mij gaan, mij veiligheid kunnen bieden en eveneens een kinderwens! Check! Dus ik trouwde in 1996 met een Amsterdamse politieagent en mijn oudste zoon werd in 1998 geboren. Over hoe een gezonde liefdesrelatie eruit zag had ik tot dan toe nog weinig geleerd.
We werkten fulltime, allebei. We kochten een huis en een nóg mooier huis, en ook nog een appartement in Spanje, ons favoriete vakantieland. We werkten volledig langs elkaar heen. Als ik thuis was in het weekend, dan draaide mijn ex-man zijn diensten, dus we hadden nooit samen weekend. Op die manier hoefden de kinderen niet zo vaak naar de crèche, zo hadden wij bedacht. Achteraf twijfel ik of dat nu wel de juiste keuze is geweest voor onze relatie. En dus voor onze kinderen. We waren zelden samen een weekend vrij.
Het was helaas geen gelukkige relatie. Al na een half jaar kreeg ik te maken met agressie. Aanvankelijk dacht ik het te kunnen stoppen door veel te praten, maar dat bleek niet genoeg. Relatietherapie had ook niet het gewenste effect. De grenzen werden keer op keer overschreden.
Op de dag voor een examen heb ik een bijna dood ervaring gehad, omdat mijn ex-man een kussen op mijn hoofd drukte zo hard, dat ademen onmogelijk werd. Uiteraard is het goed afgelopen anders las je dit nu niet, maar zo iets doet wat met je.
En zo gebeurde er elke 3 maanden wel iets, alsof de druk van de ketel moest. Het feit dat mijn overlevingsmodus continue aanstond, maakte ook dat ik mij verbaal wel heel stevig verdedigde. Dat gedrag triggerde natuurlijk ook zijn agressie-regulatieprobleem.
Seksueel gezien was er weinig tederheid, en nu druk ik mij heel voorzichtig uit. Het rare is dat ik die tederheid in die tijd ook niet goed hebben kon. Ik had heel lang moeite met mensen die lief tegen mij waren….Stel je voor: de muur brokkelt af! Doodeng!
Ondertussen waren er grote zorgen om mijn moeder, waarvoor de politie mij met regelmaat belde omdat er alarmerende telefoontjes kwamen over verward gedrag en alcohol gerelateerde problemen. Aangezien mijn zussen niet in Amsterdam woonden, ging ik er heen. Iedere keer weer was het zo verdrietig om haar dan broodmager in haar eigen braaksel en urine te vinden. Maar hulp wilde zij niet accepteren, en dat maakte mij in die tijd erg boos.
In 2000 koos mijn moeder voor de dood en zij stierf vlak voor de bevalling van mijn jongste zoon. Ik vond een afscheidsbrief waarin zij met name mij kwalijk nam dat ik zo weinig langs kwam. Ze had meer van mij verwacht schreef ze. Ik snap dat zij eenzaam was, maar voor mij was langskomen echt een verzoeking geworden. Ik deed het alleen omdat ik dat moest van mijzelf, en als er wat aan de hand was. Ik voelde geen liefde meer voor haar, althans dat dacht ik op een gegeven moment. Het was natuurlijk niet zo. Maar het was mijn manier om met deze ingewikkelde relatie om te gaan.
Maar in plaats rust te vinden voor mijn kinderen zat ik óók nog in een relatie met partnergeweld. Ons 2e kind werd geboren en we kochten een nieuw huis met geweldig uitzicht.
Maar een paar jaar later heb ik uiteindelijk toch aangifte moeten doen van mishandeling door mijn ex-man. Ik had hem altijd gezegd dat ik echt weg zou gaan als hij geweld gebruikte in het bijzijn van de kinderen. En dat gebeurde. De aanleiding voor de ruzie was dat ik hem niet steunde toen hij een officiële waarschuwing kreeg van zijn werkgever aangaande hier verder niet te noemen gedrag. Hij kreeg een rode waas voor zijn ogen en in het bijzijn van de kinderen werd ik op de grond geduwd en kneep hij mijn keel dicht.
Een van mijn kinderen sprong op zijn vader en dat maakte dat de rode waas voor zijn ogen weg ging. Ik wist meteen dat dit het einde van mijn huwelijk was. Er wordt altijd gesproken over een cirkel van geweld die je moet doorbreken. En ik wilde niet dat mijn kinderen nog verder opgroeide met geweld, ik wilde hun echt laten zien dat dit consequenties had.
Hierdoor kwam ik voor de eerste keer in mijn leven écht in een diep dal terecht
Na een intensieve therapie behaalde ik via afstandsonderwijs een MBO4 diploma Sociaal Juridische Dienstverlenend. Na een periode van arbeidsongeschiktheid werd ik opnieuw aangenomen bij de Gemeente Amsterdam. En na een halfjaar kreeg ik een huurwoning. Wat voelde ik mij trots, ondanks alles dat er nog steeds gebeurde rondom mij had ik dit toch maar mooi gedaan!
De scheiding bracht mij en de kinderen geen rust. Integendeel. Een bizarre periode van psychisch geweld, vernielingen, bedreigingen, valse aangiften en het niet nakomen van omgangsregelingen brak aan.
Ik voelde mij constant onder druk gezet en elke beslissing die ik over de kinderen wilde nemen werd een strijd. Mijn ex-man bleef mij vergelijken met mijn moeder, bleef mij kleineren en wilde uiteindelijk helemaal niet meer met mij praten. Toen ik psychische hulp zocht en hem vroeg om op de kinderen te passen omdat het niet goed met mij ging, adviseerde hij mij een eind aan mijn leven te maken…
Mijn kinderen leden uiteraard verschrikkelijk onder de situatie. School en politie zagen signalen bij de kinderen en Jeugdzorg werd ingeschakeld. Er werd geconstateerd dat de kinderen inderdaad in de knel zaten, en er werd hun psychische hulp aangeboden. Mijn ex-man wilde daar niets van weten, en gaf zijn medewerking niet. In plaats daarvan vertelde hij Jeugdzorg wat een slechte moeder ik was. Wellicht was ik dat ook écht in zijn ogen.
De medewerkers van Jeugdzorg waren niet tegen hem opgewassen. Uiteindelijk werd mij geadviseerd afstand van de kinderen te nemen, zodat zij rust kregen. Zij wisten dat ze dit nooit van vader gedaan konden krijgen, en hoopte op mijn gezond verstand.
Ik heb, wanhopig als ik was, uiteindelijk aan dit verzoek voldaan. Uit liefde voor mijn kinderen. Het is het zwaarste geweest wat ik ooit heb kunnen doen. De jongste heb ik nog sporadisch gezien daarna. Beiden waren wel om mijn bruiloft in 2020. En dat was het mooiste huwelijkscadeau dat ik kon krijgen. Onze band is echter ruw verbroken geweest en het is écht veel lastiger dan je denkt om daar weer een weg in te vinden. Voor alle partijen. Ik wil terug naar “normaal” maar besef ook dat dit niet kan.
Ik heb een paar jaar terug in mijn wanhoop gezocht naar mensen die hetzelfde doormaken. Inmiddels is daar een actieve besloten Facebookpagina uit ontstaan “Als jouw kind je niet meer wil zien…..” met maar liefst 1800 leden. Het is ongelooflijk hoe vaak dit verschijnsel voorkomt.
Ik probeerde door te gaan met mijn leven. Maar steeds vaker namen mijn emoties een loopje met mij. Ik sliep steeds minder en at steeds slechter. Mijn werk hield mij overeind, maar op het laatst sliep ik wekenlang helemaal niet meer en moest ik mij ziek melden.
Het verdriet om het gemis van de kinderen was rauw. Ik voelde letterlijk een pijn alsof mijn hart uit mijn lijf werd gescheurd. En ook al zag ik in die tijd de jongste nog heel af en toe, de afstand tussen ons werd voelbaar groter. En er was niets dat ik daar aan kon doen.
Ik liet mij verscheuren door wanhoop. Dat klinkt dramatisch maar ik denk echt dat dit was wat ik met mijzelf liet gebeuren. Ik dacht ook dat ik nooit meer gelukkig zou kunnen zijn. Dat zou nóg een bevestiging zijn van mijn falen als moeder.
Het voelde als verraad richting mijn kinderen om het verdriet los te laten. Mijn verdriet was de enige band met hen die ik nog had.
Doorgaan met leven en gelukkig zijn was onbewust voor mijn gevoel een dolksteek in hun rug.
Alsof ik niet meer van hun hield als ik van dat bloedend hart een blij hart maakte.
Door die burn-out kwam ik in een intensief GGZ-traject terecht. Achteraf gezien, is dat mijn redding geweest. Pas daar ging ik praten over mijn verleden en werd mij verteld dat een groot aantal events in mijn jongste leven en pubertijd trauma’s waren en niet alleen maar nare gebeurtenissen. Ik kreeg behandeling voor een 3-voudige PTSS.
Ik was blij met de hulp, besefte dat ik te hard voorbij mijn gevoel was gelopen en daar even bij stil moest blijven staan. Ik begreep ook waarom sommige dingen, zoals relaties en vriendschappen in stand houden, zo moeilijk was voor mij.
Maar vooral vond ik dankzij Mindfulness, dat door de therapie op mijn pad kwam, een mogelijkheid om met het verdriet over hetgemis van de kinderen om te gaan.
Toen de therapie stopte, stond ik er weer alleen voor. Hoewel ik veel had gehad aan de traumatherapie, voelde ik mij inmiddels meer patiënt dan mens.
Ik vond het lastig dat je vanuit een langdurige therapie waar je 3 dagdelen per week naar toe gaat, ineens totaal geen begeleiding meer hebt. Ik voelde mij nog best kwetsbaar nu alle wonden zo open hadden gelegen in therapie. En daarnaast, na een heel leven in de overlevingsstand was ik mijzelf behoorlijk kwijtgeraakt. Of eigenlijk had ik mijzelf nog niet eens gevonden.
Leren, leren, leren…
Veel van wat ik gehoord had in therapie over de samenwerking van het lichaam en de geest, de belasting van het zenuwstelsel, overlevingsgedrag en de sporen van trauma was voor mij nieuw. Tot nu toe had ik in mijn leven alleen maar geleerd wat nodig was om mijn baan te behouden.
Maar dat vond ik eigenlijk niet zo interessant. Ik besloot meer te gaan doen van wat bij mijn ligt en zo deed ik een flink aantal opleidingen
Ook deed ik een training Menthal Health First Aid, een cursus Boodschappencoach én werd ik Slowrun Trainer.
Alles wat ik leerde heb ik toegepast op mijzelf met verbluffende resultaten. Ik viel 13 kilo af, ging langzaam aan weer sporten, verbleef steeds vaker in de natuur verruilde de Randstad voor de Veluwe en nog later de Veluwe voor de bergen in het Oostenrijkse Karinthië omdat die bossen en bergen op mij een helende werking hebben.
Er kwamen nieuwe mensen op mijn pad, een nieuwe liefde, nieuwe dromen, nieuwe kansen En zelfs het contact met mijn oudste zoon werd hersteld.
De naam van mijn praktijk heeft natuurlijk alles te maken met de symboliek van het leven.
Maar óók met mijn liefde voor de bergen. Die deel ik met mijn huidige man. Ik leerde hem in 2012 kennen en in 2020 heeft hij mij tijdens een bergwandeling op de Hochrindl in Oostenrijk ten huwelijk gevraagd. Enkele maanden later zijn wij getrouwd op het mooie landgoed Staverden, op de Veluwe.
Sinds 2021 zijn wij ook nog eens de trotse bezitters geworden van deze woning in Karinthië, Oostenrijk. De bovenverdieping willen wij ombouwen tot een appartement en een paar maanden per jaar gaan verhuren.
Ik geniet het leven en hoewel ik nog steeds af en toe verdriet heb voelt dat op een enkele uitzondering meer als een briesje dan dat het mij van mijn sokkel blaast. Gebeurt dat laatste toch een keer, dan weet ik dat snel te herstellen en door te gaan.
Ga naar mijn gratis E-book:!